Geschiedenis van Antwerpen
Tekst hier invullen...
In de 6de eeuw v. Chr. kwamen de Kelten in onze streken. Zij leefde vooral in kleine groepen en verdeelde zich over onze streken. De Kelten vermengde zich snel met de plaatselijke bevolking.

Vanaf 52 c. Chr; werden de Kelten op het vaste land verslagen door de Romeinen.
De Romeinen verbleven in onze streken tot 4de eeuw.
Toen leefde in onze streken hoofdzakelijk de Saksen en de Friezen. Langzaam overspoelde de Franken onze streken. Met de hulp van de Ierse missionarissen Amandus en Eligius en de Engelse missionaris Willibrordus trachten ze hun macht uit te breiden.
Vergeten we niet dat de Franken door de Saksen en Friezen als indringers en volksvijandige werden gezien. Onder Frankische koning Dagobert (+639) zouden de Franken trouwens steeds verder noordwaarts oprukken en gedurende drie eeuwen de plak zwaaien over Noord-Europa.
Figuren als Amandus ( ca 631 ) en Eligius (590-660) zijn in grote delen van Gallië verantwoordelijk voor de verspreiding van het christendom, ook in onze streken. In hun tijd was de oude religie van de Kelten trouwens nog uitermate sterk verspreid. Amandus werd bisschop omstreeks 648 van Tongeren-Maastricht en wilde iedereen onder dwang bekeren. Met een bevelschrift van de Frankische koning Dagobert kon hij deinwoners van de Gentergouw dwingen zich te laten dopen, indien ze zulks niet vrijwillig aanvaardden
In Antwerpen ( 650 ) hield Amandus zich op een klein eiland schuil, 'Caloes' genaamd, vandaag bekend als 'het Kiel'. Het moet er nogal hardhandig aan toegegaan zijn, zoals we hierboven merkten: de autochtone Friese en Saksische bevolking weigerde christen te worden. Hun huizen en akkers van diegenen die geen gehoor gaven aan de prediking van Amandus, werden verwoest, hun versterkte plaatsen werden platgelegd, zodat er bijna niemand meer bleef wonen in onze streken."
Het zendingswerk van Eligius (590-660), in de volksmond Sint-Elooi, had daarentegen, althans in de Vlaamse gebieden, meer resultaat. In 641 werd hij tot bisschop van Noyon gewijd, een diocees dat de Vlaamse streken tot aan de Schelde omvatte.
Tot rond 650 waren de christelijke zendelingen voornamelijk van Ierse oorsprong. Willibrord (657-739) zou de eerste Engelse monnik in het Friese gebied geweest zijn, afkomstig uit York. Ondertussen had Peppijn van Herstal, de machtige hofmeier van de Franken, de 'heidense' Friese koning Radboud verslagen en hem al het land ten zuiden van de Rijn afgenomen

Als steunpunt tegen de Friezen werd Caloes (het huidige Kiel) gebruikt waar eveneens missionaris Amandus verbleef. Caloes dat destijds op de grens lag tussen het rijk van de Friezen en dat van de Franken. Het is van daaruit dat missionaris Willibrord ook de Kempen en onze streken bewerkte.
In ieder geval bleven de Friezen op gespannen voet leven met de Frankische bezetter sedert hun legendarische Friese koning Radboud door Pepijn was verdreven. Er kwam pas verbetering in de verhoudingen toen Grimoald, de zoon van Peppijn, in het huwelijk trad met de dochter van de Friese koning Radboud. En prompt verlegde Peppijn de zetel van het Friese bisdom van het Kiel naar Utrecht. Op 22 november 695 werd Willibrord dan aartsbisschop van Utrecht.
De methode die Willibrord toepaste, verschilde geenszins van zijn voorgangers. Hij knoopte nauwe relaties aan met de Frankische overheersers die er alle belang bij hadden dat de Saksen en Friezen geknecht zouden worden. Hij verkreeg van de Frankische overheersers grote stukken landgoederen in Brabant en Limburg. In onze streken kreeg hij: Antwerpen (Antwerpum 692/3, 726), Deurne (Dirninum, 721), Rijkevorsel (Furgelarus, 726), Viersel (Sprusdare, 726) en Wommelgem (Winlindechim, 726, Wimilinchenno, 726). Die schenkingen omvatten hele gemeenten (villae), bestaande uit herenhof met kerk, hofland en slaven, een groot aantal keuterhuizen, bossen, weiden, moerassen, heidegronden, wateren, molens, opstallen, uitwegen, enz. Die giften kwamen stuk voor stuk van de familie van Peppijn en van Hubertus.
Maar toen begon het imperialisme van Karel de Grote. Die Frankische heerser deed in 772 een eerste poging om de Saksen te onderwerpen. De weigering van de Saksen om het christendom te aanvaarden, deed Karel de Grote ertoe besluiten draconische wetten uit te vaardigen: "Bekeren of de doodstraf". Ondertussen was Karel de Grote ( ca 800 ) door de paus tot keizer gekroond en trad in het vervolg op de als militaire arm van de christelijke kerk.
Vanaf 800 tot 1050 vielen vikingen de zuidelijker gelegen landen binnen. Het waren voornamelijk kloosters en kerken die het moesten ontgelden. Systematisch deed men aanvallen op rijke en politiek strategische gebieden. De schepen drongen het land binnen via de grote waterwegen: de Rhône, de Loire, de Seine, de Schelde, de Rijn. Langs die waterwegen plaatsten ze nederzettingsposten zoals in Antwerpen aan het Steenplein.
Dat het niet om willekeurige plunderingen ging, bewijst de situatie in Frankenland. De vraag kan gesteld worden hoe het anders mogelijk was dat de vikingen, ondanks hun plunderingen, toch vreedzaam handel konden drijven met de bevolking. De Frankische bevolking verkocht zelfs wapens aan de vikingen

In 836 verwoestten de Noormannen Antverpia, Caloes en Deurne. Ze bouwden een nieuwe nederzetting op de plaats waar ze Antverpia hadden verwoest.
Het werd een typisch cirkelvormige nederzetting met een aarden omwalling. Twee straten vormden een kruis van Noord naar Zuid (De Mattestraat) en van West naar Oost (De Zakstraat).

Door het verdrag van Verdun (843) werd het Frankische rijk van Karel de Grote in drie delen verdeeld. Het Westfrankenrijk werd Frankrijk. Het Oostfrankenrijk werd het Duitse rijk. Middenfrankenrijk bestond uit Lotharingen, het land van Ryen, Boergondië en Italië.
In 923 werd Lotharingen bij het Duitse rijk gevoegd. Het land van Ryen behoorde vermoedelijk niet tot Lotharingen en werd pas in 927 ingepalmd door het Duitse rijk. De Schelde diende ten noorden nu als nieuwe grens tussen Frankrijk gelegen op de linkeroever en het Duitse rijk op de rechteroever.

De twisten tussen Frankrijk en het Duitse rijk laaiden hoog op en hun gemeenschappelijke vijand, de Noormannen, werden hun bondgenoten.
In Neustrië wisten de Noormannen zich te groeperen onder Rollo of Rolf, en in 911 kregen ze van koning Karel de Eenvoudige het gebied dat vandaag bekend staat als Normandië, in ruil voor de verdediging van het land tegen verdere invallen.
In Antwerpen sloot Keizer Otto I een verdrag af met de Noormannen. De Noorse nederzetting te Antwerpen werd verbouwd tot een machtige burcht. De houten omwalling werd vervangen door een stenen muur. De bewaking van deze burcht werd overgedragen aan de Noormannen.

Keizer Otto I mag men terecht de stamvader van de Stad Antwerpen noemen. Zonder deze burcht had hier nooit een stad ontstaan.
Rond deze burcht groeide vrij snel de bevolking. Deze eerste stadskern, de ruienstad genoemd, was een gebied van 20 Hectare. Met enkele zijriviertjes van de Schijn maakten men een beschermende watersingel rond de stad.

De ruienstad werd niet voorzien van een aarden omwalling met poorten, maar wel van vier ophaalbruggen: de Koepoortbrug in het Noorden( Ook Peerdsbrugge genoemd), de Wijngaardbrug in het Oosten en in het Zuiden de Reinoldbrug aan de Melkmarkt ook Melkbrug genoemd en de Broodbrug aan de Hoogstraat beter bekend al de ijzerenbrug. Uiteraard volstaan deze watersingel niet als bescherming tegen een grote legermacht. Ze dienden eerst en vooral om rovers en veedieven buiten te houden.
De watersingel is vandaag nog steeds terug te vinden op een plattegrond van Antwerpen. Hij volgt de verdwenen Boterrui, de Suikerrui, de Kaasrui, de Jezuïtenrui, de Minderbroedersrui, de Sint-Paulusstraten en de Holenvliet
( is nu de Koolvliet). Deze Ruienstad bleef ongewijzigd tot omstreeks 1200.
In 1008 werden de markgraafschappen opgericht. Antwerpen hoorde bij het markgraafschap Brabant.
In 1221 krijgt Antwerpen haar stadsrechten waardoor de stad voortaan bestuurd wordt door een college van 12 schepenen.
De vrijheidsbrief voor Antwerpen, werd te Antwerpen zelf gegeven door hertog Hendrik I (hertog van Brabant, markgraaf van Antwerpen,1190-1235).
2 december 1409: De eerste Antwerpse burgemeesters ('borchmeesters'), Nikolaas Van Wijneghem (Claes van Wyneghem) en Gillis Bacheler, (binnen- en buitenburgemeester) worden door de Antwerpse schepenen verkozen. Dit eigen stedelijk initiatief, in wezen een oppositie tegen hertog Antoon van Bourgondië (men incorporeerde uit economische motieven het hertogelijke burchtdomein in het stedelijke), toont het nieuwe stedelijk zelfbewustzijn aan. In 1411 zal de hertog de functie erkennen (akte 28 maart 1411)
10 mei 1540: Het plan van de nieuwe stadsomwalling wordt goedgekeurd. Volgens Guicciardini had Boni de' Pellizuoli de algemene leiding van de werken, terwijl de practische uitvoering bij de Antwerpse stadsbouwmeester Peter Frans berustte.
15 januari 1552 (17u): Een uitzonderlijk hoge vloed, het water rees in Antwerpen ongeveer een decimeter hoger dan in 1530 (Sint-Felixvloed). Tijdgenoten spreken van de vierde grote vloed. In Hoboken begaf de Scheldedijk, in Vlaanderen ontstond het Geuzenweel bij de doorbraak van de dijk tegenover Oosterweel gelegen.
Eind oktober 1567: De Antwerpse Citadel (een dwangburcht) wordt in opdracht van Alva gebouwd [Zuidkasteel], hiervoor wordt op die plaats een deel van de stadsomwalling (vesten) gesloopt (o.m. Kroonenburgtoren).
1568: Antwerpen telt 100.259 inwoners. Slechts een tiental Europese steden telden omstreeks dezelfde tijd evenveel of meer inwoners. Tussen 1496 en 1568 steeg het aantal huizen 'intra muros' van 6.147 tot 11.856, hetzij een vermeerdering met in totaal 5.709 eenheden of ruim 72 per jaar. Toch volstond het aanbod geenszins om aan de vraag te voldoen.
1589: Slechts 42.000 inwoners. De leegloop van Antwerpen. (bij het verstrijken van de capitulatievoorwaarden, na de herovering door Spanje van Antwerpen in 1585 ) = het dieptepunt voor Antwerpen, hoewel zich naderhand een herstel voordeed, overschreed het bevolkingscijfer tot de Hollandse Tijd nooit 66.000 eenheden.
De verdere groei van de stad Antwerpen kan je vinden op onze website bij de stadsuitbreidingen.
meer info: info@mini-antwerpen.be